TAYLOR YOUNG BAND - MERCURY TRANSIT

Artiest info
Website
facebook
Label ‏ : ‎ Handdrawn Records

Het overkomt me wel eens dat ik de lanceringsdatum van een CD misloop met mijn recensie. Dat gebeurt steevast als de plaat in kwestie te lang in mijn auto kampeert en ik er hem maar met grote moeite uit de speler kan halen. Niet zozeer omdat er iets mis is met de speler, maar wel omdat de plaat zodanig goed klinkt, dat ik er tijdens mijn soms lange autoritten slechts moeilijk afscheid van kan nemen. U voelt me al komen: dit solodebuut is er zo eentje!

Taylor Young, uit Dallas, Texas, begon als tiener te drummen bij de lokaal erg bekende Hi-Fi Drowning. Zijn prestaties in die band leidden tot sos lange invalbeurten bij Young Heart Attack en Polyphonic Spree, maar na jarenlang touren, stapte hij achter de drumkit vandaan en begon het folkduo The O’s, waarmee hij vier platen maakte, eindeloos veel concerten speelde en onderwijl zijn vaardigheden als songschrijver, gitarist en frontman uitbouwde. Het eerste resultaat van die ontwikkelingsfase als songschrijver staat nu dus op dit parelend plaatje: tien rootsy popsongs in perfect radioformaat -de plaat klokt af in 34 minuten- die je stante pede heimwee doen krijgen naar de sixties en seventies van vorige eeuw.

Naar de mensen waar Young zich aan spiegelt, hoef je niet lang te zoeken: denk aan de kruising van Alex Chilton met Tom Petty, onder het toeziende oog van The Byrds en The Jayhawks. Met die cocktail kom je aardig in de buurt: bijzonder fraaie melodieën, heerlijk sprankelend gitaarwerk, geruggensteund door een meer dan degelijke ritmesectie. Young neemt een flink deel van dat gitaarwerk voor zijn rekening, net als de drums en de percussie. De twee bondgenoten, die mee aan boord zijn, zijn producer Toby Pipes, in wiens studio de hele plaat op analoge apparatuur werd opgenomen en gitarist Kenny Wayne, die in net iets meer dan de helft van de songs de leadgitaar voor zijn rekening nam.

De drie heren namen er de tijd voor: er werd gedurende ruim een jaar af en aan in de studio geschaafd en gevijld, tot er tenslotte een heerlijke plaat opgenomen bleek te zijn: zonder twijfel past dit onder het etiket “roots”, maar dan met flinke powerpop-invloeden en heel af en toe een likje country er doorheen. Allemaal bijzonder radiovriendelijk ingespeeld en-gezongen, met een twang, die je onmiddellijk laat horen dat je in de zuidelijke States zit. Van bij opener “Get around” merk je dat je goed zit: de loepzuivere melodieën worden fraai ingekleurd door harmoniezang, die je onmiskenbaar vijftig jaar terug in de tijd katapulteren: je zou onmiddellijk tekenen om dit soort muziekjes terug op de dagelijkse radio te kunnen horen, een gevoel dat met single “Rattled” nog meer kracht bijgezet wordt, mede omdat hier de geest van wijlen Tom Petty heel nadrukkelijk aanwezig is.

Nu, een dergelijke aanpak brengt met zich dar er af en toe geflirt wordt met de grenzen van het epigonisme, maar Young en Pipes vermijden netjes in de val te trappen. Ze laten wel horen dat ze hun klassieken kennen, maar als ze leentjebuur spelen, blijven ze hoe dan ook aan de juiste kant van de lijn. Qua thematieken gaan de nummers van “hopeloos romantisch”, over “een tikkeltje gefrustreerd na een kapotte relatie” en “eeuwig verlangend naar het onbereikbare” tot “blijk gevend van behoorlijk wat zelfkennis” en dus “tot zelfrelativering in staat”. Allemaal bijzonder ontwapenend en dus bij machte om de gemiddelde luisteraar blij te maken.

Ik beschouw mezelf, na drie weken intens luisteren, als de ultieme gemiddelde luisteraar en ik begin dus nu al uit te kijken naar de Europese tournee die er in het voorjaar van 2022 zou moeten komen, wanneer de tweede plaat uitkomt. Hopelijk worden onze Lage Landen niet vergeten, want ik denk dat we met deze band een heel fijne avond tegemoet zouden kunnen gaan. Tot het zover is, zal ik me met veel plezier nog aan talloze luisterbeurten onderwerpen!

(Dani Heyvaert)